CAVEMAN-WINES

Webshop » Wijnweetjes » Wat is dat bezinksel in mijn wijn?

Wat is dat bezinksel in mijn wijn?

In dit wijnweetje gaan we iets dieper in op de verschillende soorten bezinksel (of droesem) die je in wijn kan aantreffen. Allen hebben ze gemeen dat ze, hoewel onaangenaam, toch volkomen onschadelijk zijn.

Wijnsteen, de kleine kristalletjes op de bodem van de fles


Wijnsteen is vooral zichtbaar bij witte of rosé wijn, maar kan ook voorkomen bij rode wijn. Het ontstaat door reactie van wijnsteenzuur uit het sap met kalium uit de schil van de druiven. Deze beide bestanddelen zijn dus van nature aanwezig in elke wijn.

Het gevormde zout is kaliumtartraat. Dit is oplosbaar in de wijn, en zal dus niet zichtbaar zijn, tot dat er een oversaturatie optreedt, en de kristalletjes zullen neerslaan. De oplosbaarheid neemt sterk af bij dalende temperatuur. Kristalvorming zal beginnen optreden bij een temperatuur van ca 4°C.

Hoewel het dus onschadelijk is, zal een wijnmaker toch proberen om de vorming van wijnsteen te voorkomen. Dit kan op verschillende manieren. Zo kan men producten zoals cellulosegom aan de wijn toevoegen, die het uitkristalliseren van de wijnsteen zullen tegengaan. De betere wijnboeren zullen echter opteren voor een “tartrische stabilisatie” of “koudestabilisatie” alvorens te bottelen. Hierbij wordt de wijn in de tank sterk gekoeld, waardoor de wijnsteen reeds in de tank zal neerslaan en eenvoudig weggefilterd kan worden alvorens te bottelen.

Droesem, de drab onderaan in de fles


Droesem komt veelal voor bij rode wijn na langdurige opslag (+/- 7 jaar) in een fles. Dit is een volkomen natuurlijk fenomeen dat verband houdt met de verkleuring van de wijn (jonge wijnen zijn levendig rood, oudere wijnen evolueren naar bruinrood). Na verloop van tijd zullen de tannines samenklitten met de rode pigmenten (anthocyaan) en in de fles neerslaan.

Dit betekent dus zeker niet dat de wijn slecht zou zijn. Integendeel, Dat de wijn bezinksel afzet, betekent dus niet dat hij slecht is, integendeel zelfs. Tijdens het rijpen in de fles zullen tannines polymeriseren, en de wijn zachter en harmonieuzer maken. Een wijn met droesem heeft dus ook meestal de juiste rijpheid bereikt.

Toch hebben we liever deze droesem niet in ons glas. Beide fracties scheiden kunnen we doen door te decanteren, of door extra voorzichtig te schenken. Dit laatste is echter minder aangewezen omdat het laatste deel in de fles zich te sterk zal mengen met de droesem.

Ongefilterde wijnen


Steeds meer wijnbouwers kiezen ervoor om hun wijnen niet te klaren en te filteren voor de botteling. Op die manier kunnen ze een maximum aan smaakeigenschappen en aroma's bewaren.

Bij zulke wijnen kan het dus voorkomen dat ze lichtjes troebel ogen en ook op jonge leeftijd al wat bezinksel hebben. Hier gaat om vaste materie en dode gistcellen die bezinken in de fles. Ook dit is volkomen onschadelijk, en heeft geen negatieve invloed op de wijn. Ook hier kan decanteren soelaas bieden om de korreltjes in de mond te vermijden.